De bever is in opmars in Vlaanderen, vooral in het Maas-, Dijle-, Nete- en Zennebekken. Die terugkeer hebben we te danken aan de verbeterde waterkwaliteit van onze beken en rivieren. Al gaat dit goede nieuws gepaard met enkele uitdagingen, want de bever zet wel heel letterlijk zijn tanden in het landschap.
- Bever gespot? Meld het via www.wildinzicht.be
Paspoort van de bever
Waar leeft de bever? Bevers leven vooral in waterrijke natuurgebieden: in en langs rivieren, vijvers, moerassen, beken, oude rivierarmen… Ze moeten vooral het water in kunnen, en er moeten voldoende bomen en struiken langs de oever staan. Wat eet de bever? Bevers zijn de grootste knaagdieren van Europa en zijn uitgesproken vegetariërs. Ze eten vooral (wortels van) waterplanten, moerasplanten en riet, maar ook gras, kruiden en cultuurgewassen (zoals maïs, bieten…) die dicht bij het water liggen. Bevers knagen ook bomen om. Ze hebben een voorkeur voor zachte houtsoorten, zoals wilg, populier en els. Ze gebruiken de bast, twijgjes en bladeren als voedsel. Het hout zelf eten ze niet. De grote takken en bomen gebruiken ze om burchten en dammen te bouwen.Hoe leeft de bever? Bevers zijn vooral tijdens de schemering en s nachts actief. Ze bewegen een beetje stuntelig aan land, maar zijn rasechte zwemmers dankzij zwemvliezen tussen de achterste tenen en een staart die als roer fungeert.
- Bevers verlaten hun burcht in de vroege avond om pas terug te keren in de vroege uurtjes. Ze zijn moeilijk te spotten, want als er gevaar dreigt, slaat de bever hard met zijn staart op het water. Alle bevers die die klap horen, verdwijnen dan snel. Ze verraden hun aanwezigheid wel door afgebeten en geschilde takken, omgeknaagde bomen, een dam van takken en aarde, een burcht in of langs het water en wissels. Dat zijn uitgesleten plekken waarlangs bevers op hun buik van de oever tot nabijgelegen bosjes glijden, een soort glijbaan dus.
- Bevers houden geen winterslaap. In de winter zijn ze zelfs vrij actief en leggen ze onder water een wintervoorraad van takken aan. Als het vriest, blijven ze soms weken in hun hol.
- Bevers leven in familieverband in een hol of een burcht. Meestal graven ze een hol in de oever, met een gang die vertrekt aan de oever (onder water) en uitmondt in een groot nest van takken en planten. Als er geen geschikte oevers zijn, kunnen ze ook een burcht maken. Dat is een imposant bouwwerk gemaakt van takken en modder, als een eilandje in het water, eveneens met een onderwatertoegang en de nestruimte binnenin. Beverholen en burchten zijn net als de bever beschermd.
- Bevers bouwen enkel dammen als het water niet diep genoeg is om een verborgen hol met onderwatertoegang te kunnen maken of om oeverzones te overstromen zodat ze veiliger aan voedsel kunnen geraken.
De bever is terug: voor- en nadelen
Voordelen: betere waterhuishouding, betere waterkwaliteit, meer biodiversiteit
- Bevers kunnen de waterhuishouding in een gebied grondig wijzigen. Veel natuurgebieden hebben momenteel te kampen met verdroging. Een beverdam kan dan wonderen doen om het water in een gebied langer vast te houden. Daardoor heeft het water ook meer tijd om de grond in te dringen en helpt het de grondwaterstand in een ruimer gebied op peil te houden.
- Bij hevige neerslag zorgen beverdammen voor een stremming van de waterafvoer, wat piekpeilen op waterlopen helpt te verminderen. Dat kan lokaal voor kleine overstromingen zorgen, maar grote overstromingen benedenstrooms worden daardoor net voorkomen.
- Bevers knagen dichte begroeiingen langs waterlopen open. Al dan niet in combinatie met opstuwing door dammenbouw vergroot dat de diversiteit aan watergebonden biotopen in een gebied. Bevers creëren daardoor het leefgebied voor tal van zeldzame planten en dieren. Daarom wordt de bever als hoeksteensoort beschouwd, omdat veel andere soorten van zijn activiteit afhankelijk zijn.
- Door het creëren van meer en een grotere diversiteit aan water- en moerasbiotopen vergroot het zelfreinigende vermogen van de waterloop met een betere waterkwaliteit en minder sedimenttransport tot gevolg.
- Graafschade: door het graven van holen kunnen oevers instabiel worden of dijken verzwakken.
- Knaagschade: bevers knagen tot 20 meter van de waterloop aan bomen en landbouwgewassen en kunnen zo lokaal voor schade zorgen.
- Schade door opstuwing: door het bouwen van dammen zorgen bevers voor vernatting waarvan de impact zich in vlakke gebieden breed kan uitstrekken. Dergelijke vernatting kan leiden tot het afsterven van bomen, onder water lopen van velden, bemoeilijken van de toegankelijkheid…
Voorkom schade
Hoe kun je problemen voorkomen? Bevers kunnen schade aanrichten aan gewassen, bomen en waterlopen.
- Ze wagen zich niet ver op het land: alles wat verder dan 20 meter van de oever staat, blijft buiten schot. Staan er toch bomen of landbouwgewassen dichter bij de oever? Dan kunnen die door de bever als voedselbronnen worden beschouwd, met knaagschade tot gevolg. Gelukkig kunnen landbouwers of particulieren preventieve maatregelen nemen om bomen of gewassen te beschermen.
- Bevers bouwen ook dammen in waterlopen, wat kan resulteren in opgestuwd water en wateroverlast. Als beverdammen voor hinder zorgen of als je waterschade ondervindt, neem je best contact op met de betrokken waterloopbeheerder. Beverdammen zijn immers beschermd, ze houden het water hoog genoeg zodat de ingang van het beverhol onder water blijft.
Bever gespot?
Bevers zijn ongevaarlijk. Ze tonen zich niet snel aan de mens en duiken meestal kopje-onder als ze iemand horen aankomen.
- Bever gehoord of gezien? Of heb je sporen van een bever opgemerkt? Meld het via www.wildinzicht.be