Veelgestelde vragen mobiliteit en verkeer

  1. Kan er een zebrapad aangelegd worden in mijn straat?
  2. Er wordt te snel gereden in mijn straat, wat doet de gemeente/politie hieraan?
  3. Kan de gemeente snelheidsremmende infrastructuur aanleggen in mijn straat of wijk?
  4. Waar en wanneer wordt er een verkeersspiegel geplaatst?
  5. Hoe zorgen we samen voor een veilige schoolomgeving?
  6. Kan er een halt toegeroepen worden aan sluipverkeer in mijn straat?
  7. Kan ik een parkeerplaats voor personen met een beperking verkrijgen in mijn straat?
  8. Kan er een verbod op zwaar vervoer ingesteld worden in mijn straat?
  9. Mag ik met de wagen doorheen een fietsstraat rijden?
  10. Wat is het nut van de zones 30?
  11. Hoe kan ik mijn elektrische wagen laden als ik geen oprit of garage heb?
  12. Hoe snel mag ik fietsen op het jaagpad?
  13. Kan ik een wegmarkering aanvragen bij de gemeente?
  14. Hoe ga je best met je kind het verkeer in?
  15. Wat doen bij hinderlijk parkeren?

1. Kan er een zebrapad aangelegd worden in mijn straat?

Een zebrapad wordt aangelegd op die plaatsen waar voldoende overstekende voetgangers er gebruik van zullen maken. Dit om te voorkomen dat weggebruikers ze als overbodig en bijgevolg onnuttig gaan beschouwen. In voorkomend geval gaat de opvolging van de eraan verbonden regels ook meteen verwateren.

Bij locaties met slechte zichtbaarheid of hoge snelheid worden beter geen oversteekplaatsen aangelegd. Voetgangers zouden immers het gevoel krijgen dat ze veilig kunnen oversteken, terwijl de locatie eigenlijk niet optimaal is. Oversteekplaatsen die een probleem kunnen vormen, moeten desnoods verwijderd worden. Ze geven de voetgangers immers een vals gevoel van veiligheid. Dat belet uiteraard niet dat voetgangers of fietsers daar toch oversteken, maar dan is het voor hen duidelijk dat ze dat met de nodige voorzichtigheid moeten doen.

Alle aanvragen zullen grondig bekeken worden. Voor oversteekplaatsen op gewestwegen, volgt wegbeheerder Agentschap Wegen en Verkeer deze richtlijnen: https://wegenenverkeer.be/veilig-op-weg/oversteekplaatsen

2. Er wordt te snel gereden in mijn straat, wat doet de gemeente/politie hieraan?

Snelheid is één van de belangrijkste ongevalsfactoren en één van de belangrijkste oorzaken van een verminderde verkeersleefbaarheid. Klachten en meldingen van te hoge snelheden nemen we steeds ernstig! We gaan eerst na welke snelheidsgegevens we al hebben uit die straat. Als we te weinig informatie hebben, vragen we politie Kastze om bijkomende metingen uit te voeren om een beter beeld te krijgen van de melding. Zo vermijden we het subjectieve onveiligheidsgevoel en kunnen we via metingen objectieve cijfers analyseren en gerichte beslissing nemen.

Als we vaststellen dat de snelheid werkelijk problematisch is (dit is zo wanneer 15% of meer van de bestuurders zich niet aan de opgelegde snelheid houdt), dan bekijken we welke acties het beste resultaat kunnen opleveren. Dit kan gaan van preventieve snelheidscampagnes over snelheidscontroles tot het aanbrengen van snelheidsremmers of een gedeeltelijke tot volledige aanpassing van de weginfrastructuur. Het spreekt voor zich dat dit in een stappenplan wordt aangepakt binnen een korte tot lange termijnuitvoering al naar gelang de nodige ingrepen die een duurzame en verkeersveilige oplossing bieden.

3. Kan de gemeente snelheidsremmers aanleggen in mijn straat?

Een snelheidsremmer is een middel, geen doel zich. Het kan een oplossing zijn om de weg veiliger te maken of om verkeer te weren uit een wijk. Maar er zijn ook nadelen verbonden aan snelheidsremmers.

- Verkeersdrempels kunnen trillinghinder veroorzaken.

- Wegversmallingen als poorteffect zijn nuttig op plaatsen waar er overgangen zijn tussen verschillende snelheidsregimes. Op andere locaties kunnen bestuurders net iets sneller rijden om er toch maar als eerste door te raken.

- Snelheidsremmers zijn op trajecten van de openbare vervoersmaatschappij niet aangewezen.

Vooraleer we overgaan tot het plaatsen van snelheidsremmers of andere bijsturingen, gaan we eerst na hoe groot het snelheidsprobleem is. Via gerichte metingen en objectieve cijfers trachten we een gerichte beslissing te nemen.

4. Kan er een verkeersspiegel worden geplaatst?

De gemeente plaatst geen verkeersspiegels op openbaar domein. Dit om verschillende redenen:

  • Het geeft een vertekend beeld naar afstand tussen het kruispunt en de plaats van het voertuig.
  • Fietsers en voetgangers vallen meestal buiten het beeld.
  • Een goed onderhoud is essentieel. Als bv. door aanraking met een vrachtwagen de spiegel licht van stand wijzigt, kan dit tot gevaarlijke situaties leiden. De spiegel is niet in alle weersomstandigheden behulpzaam en moet regelmatig gereinigd worden.

Wanneer je een zichtbaarheidsprobleem meldt, zullen we eerst nagaan worden of het zicht niet belemmerd is door andere, weg te werken, obstakels. Is de zichtbaarheid bv. belemmerd door bomen of te hoge struiken, dan zal de gemeente zelf het openbare groen snoeien of aan de eigenaar vragen om te snoeien zodat er terug voldoende overzicht is.

5. Hoe zorgen we samen voor een veilige schoolomgeving?

Een veilige schoolomgeving is een gedeelde zorg voor de overheid, schooldirectie, oudercomités, leerlingen, weggebruikers en omwonenden. Als gemeente doen we er alles aan om de schoolomgeving zo veilig mogelijk te maken, wat niet wil zeggen dat er geen plaats is voor verbetering. Ook jij kan je steentje bijdragen als gemachtigd opzichter aan de schoolpoort. De gemeente organiseert jaarlijks gratis opleidingen voor gemachtigd opzichters (meer informatie: verkeer@zemst.be).

Ook kan de straat worden afgebakend als ‘schoolstraat’. In een schoolstraat worden tijdens bepaalde uren motorvoertuigen geweerd door een verkeersbord C3 voorzien van een onderbord ‘schoolstraat’. In een schoolstraat komt er meer ruimte vrij voor voetgangers, fietsers en wachtende (groot)ouders. Hulpdiensten en opritten van buurtbewoners worden niet langer gehinderd door geparkeerde voertuigen. Wie toch met de auto naar school wil komen, kan iets verder parkeren en te voet tot aan de schoolpoort gaan. Neem eventueel een step of kinderfietsje mee in de koffer van je auto.

Heb je suggesties of klachten over een schoolomgeving kan je deze steeds melden via de schooldirectie of de gemeente. Omdat elke schoolomgeving uniek en specifiek is, kunnen we niet altijd onmiddellijk een pasklare oplossing bieden. Het is een geheel van vele verkeersveilige maatregelen.

6. Kan er een halt toegeroepen worden aan sluipverkeer in mijn straat?

 Door de verschillende online routeplanners worden bestuurders vaak doorheen verblijfsgebieden gestuurd, om de drukte op de hoofdwegen te vermijden. Als gemeente zien we dit niet graag gebeuren, omdat dit de beoogde verkeerstroom uit ons mobiliteitsplan grondig door elkaar haalt. Er zijn verschillende mogelijke oplossingen, de éne al wat drastischer dan de andere.

De meest eenvoudige maar ook meest drastische maatregel is de verbindingen via de woonwijken of straten af te sluiten met verkeerspaaltjes. Een belangrijk nadeel is dat ook de bewoners van deze straten dan zelf moeten omrijden. Een andere oplossing kan bestaan uit het invoeren van (éénrichtings-)lussen. De bestuurders die de doorsteek gebruiken halen er geen voordeel uit en de bewoners zelf ondervinden maar een beperkte impact.

Ook kunnen we ervoor opteren om verkeersborden te plaatsen met een toegangsverbod met onderbord ‘uitgezonderd plaatselijk verkeer’. Alleen moeten we toegeven dat deze borden op zich niet door alle bestuurders even nauwgezet opgevolgd worden. In samenhang met politiecontrole wordt de kans op slagen vergroot. Politiecontrole kan sporadisch en tijdelijk uitgevoerd worden, maar het is een realiteit dat onze politiediensten niet overal terzelfdertijd kunnen zijn en ook moeten instaan voor vele andere veiligheidsproblemen die zich voordoen binnen onze maatschappij.

Vooraleer we overgaan tot een eventuele oplossing, willen eerst nagaan hoe groot het probleem van sluipverkeer is in de betreffende straat. Dat kan op basis van bestaande telresultaten, of na het uitvoeren van nieuwe tellingen. De resultaten van de telling worden vervolgens gelegd naast de wegcategorisering. Het spreekt voor zich dat op een verbindingsweg meer verkeer mogelijk moet zijn dan in een woonstraat of landelijke weg. Op basis van de resultaten, kan de verkeerscel dan nagaan of er aanpassingen nodig en mogelijk zijn. Dit volledige proces kan een aantal maanden duren.

7. Kan ik een parkeerplaats voor personen met een beperking verkrijgen in mijn straat?

Om in de buurt van jouw woning een parkeerplaats voor personen met een beperking te verkrijgen, dient aan deze voorwaarden te worden voldaan:

  • je hebt een officiële en geldige parkeerkaart voor personen met een beperking;
  • je hebt geen garage, inrit of andere mogelijkheid om bij uw woning te parkeren;
  • je bezit een eigen voertuig of wordt vervoerd door iemand die bij jou inwoont.

Wanneer er een parkeerplaats ingericht wordt is deze voor iedereen met een dergelijke parkeerkaart bruikbaar, het kan dus nooit een persoonlijke plaats voor de aanvrager alleen zijn.

8. Kan er een verbod op zwaar vervoer ingesteld worden in mijn straat?

Het vrachtverkeer blijft zowel lokaal als in geheel Europa toenemen. Het is voor bedrijven immers eenvoudig, snel en voordelig om het vrachtverkeer over de weg te organiseren. Om files te vermijden zoeken een groot aantal vrachtwagenbestuurders alternatieve wegen op. Ze worden daarbij geholpen door online routeplanners, die hen dan door het onderliggend wegennet loodsen.

Het onderliggend wegennet is hier meestal niet op voorzien en het toenemend vrachtverkeer geeft een onaangenaam gevoel, zelfs een onveiligheidsgevoel, voor de andere weggebruikers. Ook zijn er bijkomende risico’s verbonden aan het toenemend vrachtverkeer, denken we bijvoorbeeld maar aan de dodehoekongevallen. Niet al onze wegen zijn ontworpen om dergelijke voertuigen te ontvangen.

Om de verkeersleefbaarheid te verhogen op de lokale wegen, is Zemst sinds 2018 opgedeeld in zones waar verkeer van +3,5 ton niet is toegelaten, met uitzondering voor plaatselijk verkeer. Steekproefsgewijze controles tonen aan dat dit doorgangsverbod vrij goed wordt nageleefd. De meeste vrachtwagens die er rijden hebben dus wel degelijk bestemming of herkomst in de zone. Ook in deze zones dient het plaatselijk (zwaar) verkeer zich zo veel mogelijk te houden aan de wegcategorisering uit het mobiliteitsplan. Dit door in eerste instantie gebruik te maken van de verbindings- en ontsluitingswegen, en zo weinig mogelijk via landelijke wegen en woonstraten te rijden.

De gemeenten in de politiezone hebben bovendien het charter werfverkeer ondertekend. Dat charter houdt een overeenkomst in met bedrijven en aannemers om geen zwaar werfverkeer langs de schoolpoort te laten rijden aan het begin en einde van de schooldag.

9. Mag ik met de wagen doorheen een fietsstraat rijden?

Je mag met de auto een fietsstraat inrijden, maar je mag er niet sneller rijden dan 30 km/u. Met de auto of een ander motorvoertuig mag je er geen fietsers inhalen. Voor verkeer dat uit zijstraten een fietsstraat inrijdt, gelden de algemene verkeersregels. Dat wil zeggen dat indien er geen wegmarkering of verkeersbord een andere regeling aanduidt, de algemene voorrang aan rechts geldt. Hierdoor kan het zijn dat fietsers in een fietsstraat voorrang moeten geven aan verkeer dat langs rechts de fietsstraat inrijdt.

10. Wat is het nut van de zones 30?

Een snelheidsbeperking van 30 km/u wordt stilaan de norm in woonstraten zonder fietspaden. Een maximumsnelheid van 30km/uur heeft dan ook heel wat voordelen:

  • Het verschil in snelheid tussen gemotoriseerd verkeer en de fietser is klein genoeg om samen de wegruimte te delen.
  • Je hebt een veel breder gezichtsveld waardoor je beter ziet wat er om je heen gebeurt en je sneller kunt reageren bij onverwachte situaties.
  • Hoe sneller je rijdt, hoe groter de stopafstand. Bij 30 km/u is de stopafstand 13 meter, bij 50 km/u is dat 27 meter.
  • De overlevingskansen van een voetganger die met 30km/uur wordt aangereden zijn vier tot vijf keer groter dan bij een aanrijding met 50 km/u. Dat komt uiteraard omdat de klap van de aanrijding veel harder is naarmate de snelheid stijgt.
  • Voor online routeplanners en dus ook voor sluipverkeer wordt het minder aantrekkelijk om door woonwijken te rijden.
  • De Verenigde Naties roepen op om zones 30 in woongebieden door te voeren. Deze maatregel zou wereldwijd 700.000 verkeersdoden moeten voorkomen.

Te snel rijden zorgt voor een verminderd zicht. Dit geldt ook voor maar een beetje te snel rijden, voor ervaren chauffeurs en wanneer je alleen op de baan denkt te zijn. Een beetje te snel is nog altijd te snel, ervaring kan een vals gevoel van veiligheid geven en tegenwoordig ben je nooit nog alleen op de weg, zelfs al lijkt dat zo. Hou je dus aan de snelheidslimiet in elke situatie en zorg mee voor veilig verkeer voor iedereen.

11. Hoe kan ik mijn elektrische wagen laden als ik geen oprit of garage heb?

De wegcode laat niet dat dat je obstakels legt over het fiets- of voetpad. Je moet dus je wagen op je eigen oprit of garage opladen. Heb je geen eigen oprit of garage? Dan kun je een aanvraag indienen voor een publieke laadpaal in je buurt. Dat kan via www.vlaanderen.be/publieke-laadpaal-aanvragen

12. Hoe snel mag ik fietsen op het jaagpad?

De maximum toegelaten snelheid op het jaagpad is 30 km/u. Bij het kruisen van wegen, in de nabijheid van bochten waar het uitzicht belemmerd is, wordt de snelheid beperkt op 10 kilometer per uur. Belangrijk is om voldoende veiligheidsafstand aan te houden ten opzichte van andere gebruikers van het jaagpad en in alle omstandigheden te kunnen stoppen voor een hindernis.

13. Kan ik een wegmarkering aanvragen bij de gemeente?

Markeringen met gewone wegenverf moeten elk jaar herschilderd te worden. Vanaf maart/april start het markeringseizoen en dat loopt zolang de weersomstandigheden het toe laten.

Op straat zullen we zelden of nooit parkeervakken markeren. De ervaring leert dat bij het niet afbakenen van parkeerplaatsen er meer parkeercapaciteit aanwezig is op de rijbaan. Een auto is immers korter dan de officiële 6m van een parkeerplaats. Dit op voorwaarde dat er mooi aansluitend wordt geparkeerd en niet altijd ter hoogte van de eigen woning.

Wat al verboden is door de wet benadrukken we niet extra met bijkomende markeringen. Het is aan de weggebruiker om de regelgeving na te leven. Gebeurt dat niet, dan is er handhaving nodig. Zo brengen we geen gele strepen aan ter hoogte van in- of uitritten.

14. Hoe ga je best met je kind het verkeer in?
Veilig gedrag in het verkeer aanleren, vraagt tijd. De rol van ouders is heel belangrijk. Als ouder ben je er immers vaak bij als je kind zich in het verkeer begeeft en die momenten kan je gebruiken om het goede voorbeeld te geven. Op deze website www.verkeersouders.be vind je nuttige informatie over hoe je het best met kinderen het verkeer in gaat, en hoe je je school kan helpen. 
 
15. Wat doen bij hinderlijk parkeren?

De Wegcode omvat duidelijke regels met betrekking tot parkeren die nageleefd dienen te worden. Dit verkeersreglement stelt bijvoorbeeld dat het verboden is om een voertuig te laten stilstaan of te laten parkeren op plaatsen waar het een gevaar zou kunnen vormen voor andere weggebruikers of waar het onnodige hinder kan veroorzaken. Dit omvat onder andere het parkeren op verhoogde bermen en op minder dan 5 meter van kruispunten. Ook is het verboden om te parkeren (maar wel toegelaten om stil te staan) op plaatsen waar de vrije doorgang op de rijbaan minder dan 3 meter breed zou worden, om doorgang van hulpdiensten te waarborgen.

Indien je hinderlijk parkeren opmerkt, kan je contact opnemen met de politie via 02 759 78 72. Nog beter is om op een vriendelijke manier het onderwerp aan te kaarten in de buurt. Soms is de eigenaar van het voertuig zich niet bewust van de overlast die zijn of haar geparkeerde voertuig veroorzaakt, en een vriendelijke herinnering kan dan het verschil maken.