Eikenprocessierups bestrijden

De rupsen van de eikenprocessievlinder zijn al enkele jaren een bekend verschijnsel en kunnen soms voor de nodige hinder zorgen.

Hoe herken je een eikenprocessierups?

De eikenprocessierupsvlinder is een onopvallende, grijze nachtvlinder van een paar centimeter groot. Half april, begin mei komen uit zijn eitjes oranjegekleurde rupsen. Ze zijn ongeveer 3 mm groot en leven in dichte groepen. Naarmate de rups groeit, verandert haar kleur in grijsgrauw en krijgt ze meer en meer brandharen. Deze beestjes herken je het best aan hun manier van voortbewegen: ze kruipen in lange rijen achter elkaar naar de bladeren van de boom. Ze kunnen ook opeengehoopt onder een wit geweven net zitten. Na 5 vervellingstadia zijn ze in juli volgroeid. Uit de pop komt de vlinder in augustus tevoorschijn. Vanaf de derde vervelling, vanaf half mei tot midden juli, krijgen de rupsen irriterende brandharen.

Spinselmot

De eikenprocessierups wordt makkelijk verward met de spinselmot omdat deze mot een soortgelijk wit spinsel aanmaakt als de eikenprocessierups. De plant kan volledig kaal gevreten worden en geeft dus ook tijdelijk geen fraai beeld. De spinselmot is echter volledig zonder gevaar voor de mens en de plant zelf herstelt zich makkelijk. Kijk daarom goed naar de soort plant waar het verschijnsel zich in voordoet: is dit wel of geen eik?

Wat bij overlast van eikenprocessierupsen?

Vind je een nest van eikenprocessierupsen, verwittig dan zo snel mogelijk de gemeente (Team omgeving: 015 62 71 31 of omgeving@zemst.be). 

Bestrijding

De gemeente zorgt voor bestrijding van nesten op bomen die op openbaar domein staan.

Voor de bestrijding op privéterrein, moet de eigenaar zelf instaan. Een lijst met aannemers en boomverzorgers die processierupsen behandelen vind je hier. Staat de boom dicht bij het openbaar domein, ben je verplicht de boom te laten behandelen.

Preventie

Er wordt in Vlaanderen en Nederland volop onderzoek gedaan naar alternatieve vormen van bestrijding. Zo wordt er onderzoek gedaan naar het aantrekken van natuurlijke vijanden van de rupsen, zoals mussen, mezen, vleermuizen, sluipwespen en sluipvliegen. In je eigen tuin kan je hier ook mee starten door het uithangen van nestkastjes voor mezen en eventueel vleermuizen, het planten van verwilderingsbollen onder eiken zoals lelietje-van-dalen, bosanemoon, kievietsbloem, boshyacint, krokus, lenteklokje,… deze planten trekken insecten zoals de sluipwesp aan die de rupsen bejagen. Ook het aanleggen van takkenrillen van dood hout trekt zulke insecten aan. Op deze insecten komen dan weer mezen af die ook de rupsen mee zullen eten.

Het preventief bestrijden met insecticiden wordt afgeraden, omdat er teveel rupsen van andere vlindersoorten mee aangetast worden.

Wat doe je als je in aanraking komt met processierupsen?

  • Spoel de ogen en de huid.
  • Wrijf in met zalf tegen jeuk.
  • Reflexspray kalmeert de jeuk ook, al is de spray daar niet echt voor bedoeld.
  • ‘Strip’ de huid met plakband om brandharen te verwijderen (vlak na blootstelling).
  • Was de kledij grondig met water en zeep (lang programma van de wasmachine op zo hoog mogelijke temperatuur).
  • Meld het nest bij de gemeente.

Wat doe je beter niet?

  • Raak de rupsen niet aan.
  • Probeer de rupsen niet zelf weg te branden of met een hogedrukreiniger weg te spuiten. Zo verspreiden de brandhaartjes zich nog sneller.